-
1 jinx
n. brengt slecht geluk (iets, iemand), ongeluksdoener; vloek, doem--------v. onheilsbrenger; doem, vloekjinx1♦voorbeelden:there seems to be a jinx on • er schijnt geen zegen te rusten op————————jinx2♦voorbeelden:1 be jinxed • pech hebben, een ongeluksvogel zijn -
2 there seems to be a jinx on
there seems to be a jinx on
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский